1. Kung Fu

Kung Fu betekent goed ergens in zijn, geduld hebben en tijd erin steken.  Het is ook de benaming waaronder men de vechtsporten van China kent. Oefeningen voor zelfverdediging of gezondheid leren lijkt gemakkelijk. Maar de kern is bij het Chinese Kung Fu om er zelf tijd in te steken en ze continue te blijven trainen. De trainingen moeten dan ook nut hebben, effectief zijn en een doel hebben. Pas na veel tijd en geduld worden de oefeningen deel van jezelf, dat is Kung Fu.

2. Stijlen

Een set Kung Fu oefeningen worden met een bepaalde filosofie of gedachten gang getraind. Deze manier van trainen met een specifiek doel vormt een stijl. Heel bekend zijn de dieren technieken en de daarop gebaseerde stijlen, zoals de Witte kraanvogel stijl, Adelaarsklauw stijl, etc. Zo zijn in allerlei delen van China de afgelopen eeuwen, stijlen ontstaan met elk hun verschillende karakteristieken.

Elk stijl heeft zijn eigen geschiedenis. Als je in China iemand zou vragen, zouden ze met elke stijl een associatie in hun denken hebben over wat die stijl inhoud, zoals bijv. Tai Ji Quan dat langzame bewegingen zijn die ze mensen in het park zien trainen voor hun gezondheid.

Een plek waar veel stijlen verder zijn ontwikkeld is de Chinese stad Cangzhou. Alleen al in deze stad en omgeving komen 55 verschillende traditionele stijlen voor. Stijlen met namen als: Yan Qing Men, Qi Lin Men, Chuo Jiao Men, Lan Shou, Cha Hua, Bai Yuan Tong Bi, Ba Ji, Tai Zu, Tang Quan, Xin Yi en natuurlijk Liu He Quan.

3. Elementen van een Stijl

Het doel van de trainingen in een stijl is voor kinderen en zwakkeren, zelfs ouderen om sterker en gezonder te worden. Kern is dus om snelheid, kracht, lenigheid en coördinatie op te bouwen.

De in een Kung Fu ‘Men’ (school) beoefende stijl bestaat uit een aantal elementen:

  1. Beoefening van vuist technieken, ‘Quan Shu‘.
    De Quan Shu van een stijl bestaat dan bijvoorbeeld uit, 3 basissets, als zijnde technieken voor armen en handen (‘Shou’ / San Sau, grijp technieken; Chin na), lichaam en benen (Tui,/ Too Sau). 8 ‘deuren’ zoals palm, vuisten, ellebogen, etc. 10 vuist technieken, Partner oefeningen (Toi Sau) en demonstratiesets van oefeningen aan elkaar vast, Quan.
  2. Oefenen en het trainen en gebruiken van de 7 zintuigen
  3. Training met 18 soorten verschillende traditionele wapens.
    Voorbeelden hiervan zijn: Breed Zwaard (Tou), Konings zwaard (Kim), Lange Stok (Kuan), Korte Stok (Kan), Speer   (Txun), Stok met mes erop oftewel een soort Hellebaard (Kuan Tou), Ketting (Tcha Tchi Pim), Dubbel zwaard (Suen Kim).